29 augustus 2011 - Hoe denk je over elkaar?

 

Op een zonnige morgen komt er zomaar een accordeonist de treincoupé binnen. Hij speelt een aardig volkswijsje en gaat daarna met de pet rond. Een enthousiaste kleine jongen mag van zijn vader wat geld geven. Maar dan is de conducteur al daar en de muzikant moet mee. Bij het volgende station wordt hij overgedragen aan de politie. Een echtpaar aan de andere kant van het gangpad knikt goedkeurend: 'Bedelaars! Die denken dat alles maar kan, zonder vergunning.'

 

De zondag daarvoor hoorde ik wat Paulus schreef aan de Filippenzen: 'Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk.' Niet omdat Paulus al die Filippenzen zo bijzonder aardig vindt - legt de predikant uit - maar omdat hij er van overtuigd is dat God een goed werk in hen begonnen is en dat ook zal voltooien. Zo denk ik nog eens terug aan al die mensen: de accordeonist, het jongetje en zijn vader, het echtpaar, de conducteur, de spoorwegpolitie en mezelf. Allemaal mensen in wie God aan het werk is.